‘Een echte kunstenaar gumt niet in een tekening’: vertelde de tekenleraar bij wie ik portret tekenen volgde. Braaf als ik was probeerde ik nooit meer te gummen. Ik wilde natuurlijk een echte kunstenaar zijn. Tot ik erachter kwam dat het mijn vrijheid van werken inperkte. Hoe zo niet gummen? Het is één van de vele beperkingen die ik me als kunstenaar in eerste instantie oplegde. En ik doe het zelf. Dit soort opmerkingen onthouden. Daarmee stoppen we het experiment, het onderzoek want gummen mag niet maar wat mag nog meer niet? En hoe kun je dan iets nieuws ontdekken als de regels moeten worden gevolgd van voorgangers. Hoe kun je dan je eigen stijl, je handtekening ontwikkelen?
Soms vragen leerlingen er zelf om. Leer mij zo te tekenen als die of die. Maar, lieve mensen, ga niet naar tekenles om na te tekenen. Ga naar een leraar om je eigenheid te ontdekken. Leer vrij te zijn in het werk. De scheikunde docent noemde me ooit ‘een vieze knoeier’. Het was niet positief bedoeld. Maar ik vind het nu een groot compliment. Zonder zoveel te knoeien, de inkt loopt bij mij aan alle kanten van de tafel af, had ik nooit mijn manier van werken met inkt ontdekt. Ik ben een superknoeier. Heerlijk. En soms wordt het inderdaad niks maar vaak ook wel. Experimenterend met houtskool blies ik per ongeluk al het losse materiaal in de natte verf aan de bovenzijde van het paneel. Het effect was woest en leverde me een plek op in de tentoonstelling van de ZomerExpo in het Kunstmuseum in Den Haag, met als thema ‘woest’. Lekker gummen en knoeien dat is mijn advies.



